Een computer is een apparaat dat gegevens kan opslaan, verwerken en weergeven. Het bestaat uit een processor, geheugen, opslagapparaat, invoerapparaten en uitvoerapparaten. De processor is het hart van de computer en het voert de instructies uit die door de software worden gegeven. Het geheugen slaat de gegevens op die door de processor worden verwerkt. Het opslagapparaat slaat de gegevens op die niet in het geheugen passen. De invoerapparaten zijn de apparaten waarmee de gebruiker gegevens in de computer kan invoeren, zoals een toetsenbord, muis of scanner. De uitvoerapparaten zijn de apparaten waarmee de computer gegevens aan de gebruiker kan weergeven, zoals een beeldscherm, printer of luidsprekers.